Het is niet zomaar een horecagelegenheid, Lunchroom Floris V in winkelcentrum De Keizerslanden. “We werken met mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld door een lichamelijke of geestelijke beperking, of door een burn-out, of doordat ze uit het buitenland komen en door hier te werken de Nederlandse taal kunnen leren. Ze krijgen hier een dagbesteding of werken hier voor hun uitkering. We pushen niet, rust nemen kan ook,” zegt de teamleider.

Een van de dingen die medewerkers er kunnen leren, is koken. Op de kaart staan biologische tosti's, appelsap van Sallandse appels uit Olst, cupcakes van bloem van de Oude Molen in Bathmen. En elke dag soep. Biologisch is de enige richtlijn, want, iedereen mag er zijn eigen soep bedenken. “Maken we soep, dan is alles vers, op een bouillonblokje na. Dit is om de medewerkers te tonen dat ze wel wat kunnen én om te tonen dat niet alles uit een pak komt. Als we iets bakken doen we dat met alle ingrediënten die daarin horen, bloem, eieren, melk… Heeft iemand eieren nodig. Ok, zeg je dan, hoeveel gaan er in? Reken uit wat je nodig hebt en dan naar de winkel.”

Tijdens ons gesprek lopen tal van mensen langs met vragen – over de eieren, over waar welke instelling zit – het pand bevat meer sociale loketten. Tussendoor wijst hij een fotograaf de weg en terwijl hij een klant helpt met afrekenen ontfermt hij zich over een nieuwe kracht: “Weet je al hoe je cappuccino moet maken? Deze hier is voor het schuim.” Hij blijft de rust zelve. Terug naar het gesprek: “Soms draai ik de lunchroom met zes man, op andere dagen doe ik het in mijn eentje. Mensen komen wel eens niet opdagen, dat is hier wat lastiger.”

“Medewerkers werken niet alleen in de keuken, ze maken het hele pand schoon en omdat hier een bibliotheek zit, ruimen ze ook de boeken op. Ze reinigen de wc's, serveren koffie, doen de afwas en we hebben een appartement dat we verhuren en onderhouden. We maken ook producten voor andere vestigingen, zoals koekjes en cupcakes.”
De boodschapper komt terug met het wisselgeld, maar ze is wat kwijt. Dan in de keuken schrikt ze van het cup-cake-beslag van haar collega: “Nooit als eerste de boter en de bloem bijeen doen!” “Ach, doe je toch nu de suiker erbij”, zegt de rustige leider. “Ja, zo maak ik het ook wel eens,” zegt de beslagmaakster, “Lukt best!” Of de bloem eruit zeven, stelt de fotograaf voor, hij struint voor een van de subsidiërende fondsen door de keuken en maakt foto’s. Nee zij doet gewoon de suiker erbij en gaat door.

Even later is het beslag klaar. De smaken worden gekozen. “Ik doe een deel met cacao en citroenrasp, en een deel met vanillesuiker.” Ze staat te tellen en knikt. “Ja, er kunnen er nog wel 12 bij, of 16, laten we verder gaan.”

Website: www.florisvijf.nl