Een uitstalling van kartonnen treinen leidt de weg richting het zogenoemde Treinenhuys. De muziek staat aan, Nederlandse schlagers met veel accordeons. In het Treinenhuys worden elke zondagmiddag van 14 – 16 uur niet alleen treinen van karton gebouwd, maar ook spoorwegen, huizen en kerken.

Hij is met zijn vrouw en enkele van de elf kinderen drie-en-een-halve maand bezig geweest om het schoollokaal aan te kleden. De voorbereidingen hebben ertoe geleid dat alle muren zijn beschilderd met een bergachtig landschap waar het cartoonfiguur Thomas de trein naar voren rijdt, omringd door allerlei fantasiefiguren van gesmolten kralen. “Mijn eerste huisjes waren vooral scheef,” biecht hij op. “Het is iets dat je moet leren, je moet precies zijn, plannen en rekenen.” Hij was achttien toen hij zijn eerste huisjes maakte, die heeft hij niet meer. De treinen en huisjes die er nu staan, zien er picobello uit: strak, recht, van verschillende soorten karton, met details zoals lampjes en raampjes van plastic. In elk werkstuk zit gemiddeld zo'n 60 uur, soms meer. “Dit wil ik overdragen op kinderen, en ook op ouderen. Iedereen die op een zondagmiddag hier langs komt is welkom, en kan van mij handvaardigheid leren. Je kunt hier gezellig wat drinken,” zegt hij terwijl hij wat sinas inschenkt.

In de ruimte staan tafels en stoelen, maar dat gaat veranderen, want: “Ik wil hier gaan bouwen aan een trein van 25 meter lengte, op te bouwen uit wc-rollen. Het wordt een stoomtrein uit 1939. Dit doe ik met mensen uit de buurt. Ik zet twee lijmtangen op een tafel, daarmee kunnen ze cirkels van karton plakken, die samen de ketel van de trein vormen. Ik hoop over vijf jaar klaar te zijn, en dat dit in het Guinness Book of Records komt.” Vijf jaar is een schatting, geen noodzaak. Hij wil geen haast, het is een hobby, het moet leuk blijven.

Hoe denkt hij aan 150.000 wc-rollen te komen? “Van mensen die veel naar de wc gaan”, lacht hij. Hij heeft via media een oproep gedaan in heel Deventer. Al eerder kwam hij op handige manieren aan materiaal; in de hoeken liggen stapels knutselpapier, allemaal via via gekregen. En hij is in onderhandeling met een papierfabriek. “En bij de Albert Heijn gooien ze ook veel weg.” Hoe gaat hij te werk? “Ik ben handig met karton snijden. Eerst teken ik op papier, een huisje of moskeetje, dan maak ik er een. Hier kunnen anderen het namaken – kinderen, mensen met een verstandelijke beperking, ouderen, wie maar wil. Eerst leer ik ze maten tekenen, met een strook papier, potlood, liniaal. Aanvankelijk zal alles scheef gaan, dan gaan mensen zien hoe ze moeten tekenen en plakranden maken. Bij mij is ook wel eens een en ander fout gegaan, dat gaat dan de prullenbak in, begin je opnieuw.”

“Mijn eigen kinderen komen hier ook. Mijn zoon is autistisch en is altijd bezeten geweest van treinen. Met hem ben ik met 'doe een wens' van Prorail in de allernieuwste trein geweest. Toen kwam het idee: een stoomtrein van wc-rolletjes bouwen.”