
“Mijn jongste cursist is 64, de oudste 91,” glimlacht ze als ze vertelt over de hobbygroep die ze begeleidt bij het Oranjehuis. Het begon twee jaar geleden. Een opbouwwerker die wist hoe creatief ze was, vroeg of ze de hobbygroep wilde overnemen van een oudere dame. “Ik ben toen goed gaan kijken naar verschillende technieken, haken en breien. Ze betalen een euro per les, daarvan koop ik materiaal, en later verkoop ik de spullen die we maken op bijvoorbeeld een kerstmarkt. Laatst heb ik alvast materiaal gekocht voor papiermaché kerstversieringen. Die heb ik specifiek bedacht voor die dames met reuma, die kunnen niet alles. Maar, als ze toch gewoon willen breien, dan mogen ze breien. Niets moet. En wordt iets scheef, dan neem ik het mee naar huis en probeer ik er iets van te maken. Een lapje met vier gaten, daarvan heb ik een tasje gemaakt voor papieren zakdoekjes. Of een poppetje. Daarom is het goed dat ik creatief ben. En nu gaan we naar buiten toe met wildbreien, hier in de tuinen.”
Die creativiteit heeft ze van huis uit meegekregen. Haar oma was altijd aan het breien en haken, dus zij ging dat vanzelf ook doen. “Van zelf maken krijg je een andere voldoening dan wanneer je iets in een winkel koopt. Ik heb ook mijn man aangestoken, er was een tijd dat wij om vier uur 's ochtends samen opstonden om kaarten te maken! Zulke gekke dingen hebben we gedaan. Soms maak ik even een broek voor iemand en laatst heb ik nog vijftien zakdoeken met sierrandjes zitten omhaken omdat mijn schoonmoeder, van 91, die met kerst cadeau geeft aan de Thuiszorg.”
Ze legt wat lapjes op tafel en schuift ze tegen elkaar: “Kijk, dit is een kussen in wording: als je de scheve lapjes goed aaneenzet, wordt het toch recht. Ik heb ideeën zat. Panties bijvoorbeeld, nooit weggooien. Dat is heel goed vulmateriaal. Die laat ik dan een middag opknippen door iemand in de groep. Met plastic zakken kan het ook. Ik geef alles een tweede kans. Soms zie ik iets, of op internet, en dan ga ik kijken hoe ik dat zelf kan maken. Van een theedoek maak ik een tasje. Zie ik een voorbeeld, dan maak ik het na.”

Ze besteedt veel tijd aan het vinden van materialen, in winkels en via via. “We proberen veel te krijgen. Je wilt niet weten hoeveel wol ik binnenkrijg. Bijvoorbeeld tien bananendozen vol. Bananendozen!” Ze gebaart met haar handen om de enorme afmetingen aan te geven. “Maar we hebben geen opslag, een tijd stond de logeerkamer tot de nok toe vol. Nu zijn ze in het Oranjehuis planken aan het maken. Gelukkig, want als mijn zoon langs komt, kan hij nu wel weer blijven logeren.”