Ze wijst op een waxine-licht-houder die op een bloem lijkt en zegt lachend: “Jij weet vast niet waar dit van is gemaakt”. Het bestaat uit platgeslagen metalen bakjes van waxinelichtjes, die als bloemblaadjes zijn gerangschikt. De herkomst moet je inderdaad weten, anders zie je het niet. Ze leerde dit op een cursus waar ze sinds zeven jaar op zit.

Handwerken vind ze vooral leuk in samenwerking met anderen. Ze gaat één middag in de week naar een breiclub en is regelmatig te vinden in de hobbyclub in haar flat. Thuis is ze bijna nooit; altijd druk en met iets bezig. Zo heeft ze een tijdje geleden nog een spelavond opgezet in haar flat.
Op een cursus leerde ze borduren en nu borduurt ze kaarten met een speciale steek. Hiervoor heeft ze dun karton nodig, “kaartgrootte” en "kaartdikte". Daar legt ze dan een passend patroon op en prikt met een prikpen gaatjes in het karton. Als voorbeeld gebruikt ze patronen die ze in de afgelopen jaren in verschillende soorten en maten heeft gekocht. Er zijn heel veel verschillende afbeeldingen; voor de feestdagen, voor een huwelijk en ook patronen voor de meer algemene zaken zoals verjaardag en beterschap.

De patronen bepalen waar de steek komt, maar ze kiest zelf de kleur en de dikte van de steek. De steek maakt ze door een aantal gaatjes naar voren te prikken en dan weer een aantal gaatjes terug. Zo enkele malen heen en terug dat maakt de lijnen langzaam dikker. De juiste dikte bepalen vergt wat ervaring, want het is afhankelijk van het garen dat ze gebruikt en de lengte van de steek.

Ze breit ook, met name voor anderen. Als iemand een deken wil maken breit ze graag een lapje mee. Ze moeten haar dan wel precies zeggen wat ze moet doen. Want het gaat haar eigenlijk niet zo zeer om het handwerken, het gaat haar veel meer om de sociale contacten. Ze doet graag iets voor en met anderen.